Zevenheuvelenloop

Zevenheuvelenloop

“Hé pap, heel veel succes morgen bij de wedstrijd.”
“Dank je wel meis, lief van je.”
“Doen er trouwens weer Afrikanen mee, net als bij de halve marathon in Eindhoven?
“ehh ja, dat is wel zeker. Dit jaar zelfs de snelste van de wereld. Hoezo?”
“Nou eigenlijk is dat niet eerlijk. Want die winnen altijd. Dan heb jij minder kans. Die Afrikanen kunnen gewoon harder lopen.”
“Dat is een feit. Vooral de lopers uit Oost-Afrika, zoals Kenianen en Ethiopiërs, kunnen harder lopen. En dan ook niet allemaal. De goede lopers zijn afkomstig uit een aantal stammen.
“Hoe komt het dan dat die harder kunnen lopen?”
“Nou, er zijn al veel onderzoeken gedaan. Maar ze weten het nog niet voor 100% zeker. Er zijn nu een paar verklaringen.

  1. het lijkt erop dat ze iets beter energie kunnen halen uit de vetverbranding. En dat helpt bij het lopen van lange afstanden.
  2. de lichaamsbouw is anders. Ze hebben een langere achillespees en deze kan bij de landing van de voet meer energie opvangen. En dat is gunstig bij hardlopen omdat dan minder energie wordt verspild. Verder schijnt dat de achillespees dichter bij het enkelgewricht ligt en dat de spiermassa in het bovenbeen iets hoger ligt. Dat laatste is gunstig bij het hardlopen omdat er dan minder energie nodig is om het been heen en weer te zwaaien.
  3. het belangrijkste is misschien dat de maatschappelijke omstandigheden in die landen er voor zorgen dat veel kinderen gaan hardlopen. Zoals wij in Europa allemaal gaan fietsen, gaan kinderen daar hardlopen. Ze kunnen daarmee namelijk een goede carrière opbouwen. Hardlopen heeft een hoge status. En omdat er zoveel kinderen gaan hardlopen is er ook meer kans dat er goede hardlopers komen. Net als in Nederland met hockeyers en vroeger met voetballers.”

“Dan is hardlopen dus niet helemaal eerlijk.”
“Sport is nooit eerlijk. De omstandigheden en de mogelijkheden zijn altijd verschillend. Goede skiërs komen uit landen waar bergen zijn. Goede schaatser uit landen waar ijs ligt of waar ijsbanen liggen. Goede voetballers spelen in landen waar veel geld wordt uitgegeven aan de sport. Zo is het gewoon. Als je goed gebruik kunt maken van je mogelijkheden en de omstandigheden kun je toch ver komen.”
“Maar voor jou is het morgen dus geen eerlijke strijd. Je kunt het nooit winnen.”
“Hahaha. Dat klopt. Al train ik nog zo hard, ik zou het nooit kunnen winnen. Maar ik loop morgen niet mee om te winnen. Ik loop mee voor de gezelligheid. En ik loop mee om mijn eigen prestatie te verbeteren.”
“Aha! Veel gezelligheid dan morgen en succes tegen jezelf. Dat is tenminste wel een eerlijke wedstrijd. Jullie trainen namelijk precies evenveel! Hahaha…”